Lekker Leven
Let op! Voor deze activiteit is per 5 a 6 leerlingen, één begeleider (minimaal 3 begeleiders) nodig voor in het museum.
In het Natuurhistorisch Museum Rotterdam staan uw leerlingen oog in oog met opgezette dieren, onderzoeken zij échte botten en buitenkanten, fossielen en andere natuurvoorwerpen en kunnen zij de theorie op school koppelen aan de collectie van het museum. Niet óver, maar mét de collectie is wat voor leerlingen een meerwaarde is tijdens het bezoek.
Dat een tijger niet vrij in Rotterdam leeft (gelukkig maar!), en een nijlgans hier in het Rotterdamse park goed op zijn plek is, dat snappen leerlingen wel. Maar waarom is dat eigenlijk zo? Wat zijn de handigheidjes waarmee een dier of plant goed past in zijn omgeving? Of andersom? En wat heb je eigenlijk nodig om zo lang en zo goed mogelijk te kunnen leven als soort?
Na een klassikale uitleg in een van de museumzalen gaan de leerlingen in kleine groepjes met een eigen opdrachtenboekje door de museumzalen. Ze komen langs het skelet van de olifant die op zijn tenen staat, vergelijken verschillende bekken en schedels, zien waarin een watervogel verschilt van eentje in de lucht en komen hopelijk ook nog hun lievelingsdier tegen!
Leerlingen verzamelen informatie die zij nodig hebben voor de zelfstandige opdracht. Het is een opbouwende museumles waarbij we via museumbezoek en inhoudelijke opdrachten toewerken naar een ‘elfje’, een gedicht(je) van precies elf woorden. Zo gaat iedere leerling de deur uit met een fijne museumbeleving, een speurboekje én een gedichtje (wat ze in de klas kunnen voordragen).